Aan het einde van mijn gesprek met de Poolse arbeidsmigrant Marti in een café in Zeewolde zei hij het opeens: „Ik hou ook van eten.” Hij zat ontspannen achterover gezakt tegen zijn stoelleuning. Marti had me net uitgebreid verteld over zijn leven: hoe hij als jongvolwassene vanuit Polen naar Londen was verhuisd, waar de wereld voor hem was open gegaan. Hij had me verteld over de mooie jaren die hij daar in de horeca had gewerkt, en hoe hij uiteindelijk via Dubai, nog eens Londen, en een huwelijk en scheiding in Amerika was teruggekeerd naar Polen. Daar had hij zijn ondernemershart een nieuwe kans gegeven. Uiteindelijk was hij failliet gegaan.
En nu zat hij tegenover me. Vol verhalen over de dagelijkse vernederingen die hij te verstouwen kreeg in Nederland; onderbetaald, ondergebracht in kleine kamers gedeeld met vreemden (ik ben in die kamers geweest en voelde direct de levenslust uit me sijpelen), bespuugd en uitgescholden op het werk. Zijn wereld was kleiner geworden en voor persoonlijke ambities was geen ruimte meer.
Zijn opmerking over het eten was een herinnering – niet dat ik die nodig had – dat tegenover mij een individu zat. Niet slechts een etiket of een lid van een groep, maar een autonome en vooral gelijkwaardige man.
Het is vermoeiend om als groep te worden gezien. Om je persoonlijkheid genegeerd te zien worden en opgeslokt door een abstracte gemeenschap waar de buitenwereld, media en politiek je toe rekenen. Dan is het fijn om af en toe het heft in eigen hand te nemen en het gesprek een draai te geven die je recht doet.
Uitbuiting en miskenning
Marti is een van de mensen die ik sprak voor het boek Arbeidsmigranten in Nederland: verhalen en getuigenissen dat ik in opdracht van vakbond FNV schreef. Hoe verschillend de achtergronden van de arbeidsmigranten ook zijn, wat hen bond waren hun werkervaringen in Nederland. De uitbuiting, miskenning en het gevoel als een robot gezien te worden, een ding, en niet als mens.
De verhalen die ik hoorde waren verbijsterend: vrouwen die gepest en ontslagen worden wanneer ze de avances van hun chef afwijzen, afschuwelijke huisvesting waar de ratten rondlopen, schijnconstructies om mensen geen loonsverhoging of contract te geven. Gedwongen doorwerken tijdens ziekte. Potige medewerkers van uitzendbureaus die mensen intimideren of in elkaar slaan, levensgevaarlijke werkomstandigheden, werkgevers die zwaargewonde arbeidsmigranten voor hun woningen dumpen.
En constant knagende onzekerheid. Over je rooster, bijvoorbeeld; een nachtdienst gevolgd door een vroege ochtenddienst is geen uitzondering. Onzekerheid of je vrije dagen wel uitbetaald worden – of je überhaupt uitbetaald wordt. En of je je werk mag houden. Want je werk verliezen, betekent ook je huis kwijtraken, of laten we het noemen wat het is: een schamel bed. Omdat uitzendbureaus zowel werk als woning regelen, is dakloosheid vaak een rechtstreeks gevolg van ontslag.
Of een gevolg van het hebben van een grote mond, dat kan ook. Nadat Marti had geprotesteerd tegen de onwrikbare receptionist van het park waar hij woonde, omdat hij een pakket niet kreeg dat voor hem was bezorgd, moest hij direct zijn kamer verlaten. Hij appte me zielsverloren, ik nam contact op met mijn contactpersoon bij de FNV en vervolgens kwam er een machinerie in werking om hem te helpen.
Ik kwam meer schrijnende verhalen tegen. Een beveiligingsmedewerker tipte me via Facebook over een kwetsbare Poolse arbeidsmigrante die hij had aangetroffen. De man vertelde over Paulina, die door de eigenaar van het uitzendbureau was verkracht, drie maanden niet betaald had gekregen en vervolgens door diezelfde eigenaar uit haar woning was gezet en met haar spullen in plastic tassen bij een stadskantoor was achtergelaten, „buiten waar junkies en daklozen rondzwerven”. Opnieuw maakte ik melding, en opnieuw kwam de FNV-machinerie op gang.
Op medemenselijkheid hoefden de mensen die ik sprak meestal niet te rekenen. Een vrouwelijke arbeidsmigrant vertelde me dat ze door een collega mee uit werd gevraagd. Nadat zij weigerde, bood hij haar geld aan. Andere arbeidsmigranten beschreven hoe medewerkers van uitzendbureaus de spullen van ontslagen collega’s met sadistisch genoegen uit huis gooiden. De meesten durfden er niet tegenin te gaan uit angst dat zij daarna aan de beurt zouden zijn.
Lees ook
Grootschalige arbeidsmigratie is zonder zorgplicht en verplichte registratie onhoudbaar
Louche uitzendbureaus
Arbeidsmigratie is een industrie geworden. Of laat ik het onomwonden stellen: de uitbuiting van arbeidsmigranten is een industrie geworden. Mensen worden door louche uitzendbureaus gelokt met de belofte van 40-urige contracten, maar eenmaal hier zitten ze met wisselende uren en het bed waarvoor ze moeten betalen aan hetzelfde uitzendbureau dat hen rekruteerde.
In een nieuw onderzoeksrapport van de FNV over de werving van vrachtwagenchauffeurs, wordt duidelijk dat bedrijven nu tot in Centraal-Azië mensen werven die eerst veel geld moeten betalen voor werkvisa en andere kosten en vervolgens hier aankomen met hoge schulden. Die worden op hun toch al lage salaris ingehouden.
Dit gebeurt niet ergens achteraf, maar in de distributiecentra van de grote supermarkten en multinationals waar we allemaal onze boodschappen doen, spullen kopen en pakketjes verzenden. Bedrijven met mooie marketingcampagnes en gladde praatjes die hun verantwoordelijkheid ontlopen door naar de tussenbedrijven te wijzen die de arbeidsmigranten rekruteren.
Populistische politici zwijgen het onderwerp ondertussen dood, want voor het eigen gemak willen ze déze migranten wel.